zondag 31 januari 2010

zuivering - sofi oksanen

Zuivering speelt in Estland in 1992. De oude Aliide Truu ziet op het erf van haar boerderij een hoopje mens liggen. Tegen haar argwaan in haalt ze het meisje binnen om haar te helpen. Ze heet Zara en zoekt een schuilplaats na een spectaculaire ontsnapping uit de klauwen van twee vrouwenhandelaars.

De ontmoeting tussen Aliide en Zara is het hoogtepunt van het verhaal; het gesprek tussen de twee legt de gebeurtenissen van de voorafgaande decennia bloot en wisselt af met overgeleverde brieven, documenten en flashbacks naar cruciale periodes in de Estse geschiedenis: de bezetting door de nazi's en de communisten in de jaren 40, de repressie en uiteindelijk de onafhankelijkheid na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991.
De krijtlijnen van het verhaal: op het einde van de jaren 1930 trouwt Aliides zus Ingel met de door Aliide aanbeden Hans Pekk. Terwijl Hans, die de Duitsers niet slecht gezind is geweest, na 1944 moet onderduiken voor de sovjetrepressie, trouwt Aliide zelf met de lokale communistische partijbons Martin Truu.

Om aan de deportatie te ontsnappen, helpt ze op een bescheiden schaal mee aan de sovjetisering van Estland. Wanneer ze, als insider, te horen krijgt dat haar zus en nichtje gedeporteerd zullen worden, waarschuwt ze hen niet.

Opportuun

Zara probeert aan de uitzichtloze armoede te ontsnappen door als barmeisje te werken, maar wordt zo door vrouwenhandelaars in de prostitutie gedwongen. Wanneer ze kan ontsnappen, vlucht ze naar Aliide, de zus van haar grootmoeder.

Hoewel Aliide zichzelf gered heeft ten koste van anderen en hoewel er alternatieven waren voor de keuzes die ze heeft gemaakt, is ze toch schaamteloos vrolijk over haar eigen redding. De realiteit geeft haar als overwinnaar gelijk: zij is diegene die de bezetting en vervolging het beste is doorgekomen.

Net als het werk van Aleksandr Solzjenitsyn, de man die de wereld attent maakte op het bestaan van de goelags, gaat Zuivering over de prijs die mensen betalen om te overleven in een repressief systeem. Waarden als eerlijkheid en integriteit zijn waardeloos of zelfs contraproductief als het erop aankomt je eigen hachje te redden.

Een roman met deze ingrediënten loopt algauw het risico drammerig of schematisch te worden, maar dat is met Zuivering allerminst het geval. De paranoia is voelbaar tussen de regels van deze bijzonder spannende, filmische en rijk gedocumenteerde tragedie.

Sofi Oksanen / Zuivering / vertaling: Marja-Leena Hellings / Anthos / 336p / recensie 'De overwinnaar heeft gelijk' gepubliceerd in De Standaard der Letteren

zaterdag 16 januari 2010

de bijbel van doré - torgny lindgren

Kent u de Brit Stephen Wiltshire? Hij is een savant die na een korte helikoptervlucht een stad uit het hoofd gedetailleerd kan reconstrueren.

Torgny Lindgrens naamloze verteller in De Bijbel van Doré heeft een vergelijkbaar talent. Hij reconstrueert op basis van zijn herinneringen de meer dan 200 paginagrote illustraties die de Franse kunstenaar Gustave Doré in 1866 bij de Bijbel maakte. De man lijdt aan alexie, waardoor hij nooit heeft kunnen leren lezen en schrijven, en werd daarom van kleins af bijzonder aangetrokken door de woordeloze Bijbel van Doré. Die reconstructie is hij als zijn levenswerk gaan beschouwen, nadat zijn vader hem zijn exemplaar heeft afgenomen. Omdat hij niet kan schrijven en zijn verhaal toch niet verloren wil laten gaan, spreekt hij het in op een bandrecordertje. De roman van Lindgren is daar de transcriptie van.

In dat uitgangspunt zitten drie cruciale aspecten van het oeuvre van Torgny Lindgren (1938), een grand old man van de Zweedse literatuur: een Bijbelse thematiek, de grote kracht van woorden en de onbedwingbare behoefte van de mens om verhalen te vertellen.

De Bijbel van Doré is het laatste deel van een trilogie, die voorts de romans Het ultieme recept en Hommelhoning bevat, maar het past ook naadloos in de rest van Lindgrens oeuvre. Hij gebruikt het ruwe, door eenvoudige oerfiguren bevolkte landschap van Noord-Zweden als decor voor zijn uitgezuiverde thematiek van leven, dood, liefde, verraad en geloof.

De verteller begint zijn levensverhaal met zijn alexie. Omdat hij niet kan lezen, belandt hij in een tehuis voor onnozelen, hoewel er met zijn intelligentie weinig mis is. Hij heeft er de ruimte en de tijd om uit zijn geheugen illustratie na illustratie van Doré na tekenen. Dat is een titanenwerk, want in de Bijbel zit stof voor een heel leven, en de som van alle tekeningen van de Bijbel is God zelf. Wat de man weet en doet, heeft hij uit die Bijbel gehaald.

Mensen komen, mensen gaan, maar altijd blijft de verteller doorwerken, ook na de laatste tekening, want ‘als je je levenswerk hebt voltooid, dan is werken de enige troost die je rest'. Door allerlei jobs aan te nemen probeert hij ‘op zinnige en passende wijze de tijd te verdrijven', terwijl hij afwacht tot hij terugkrijgt wat hij is kwijtgeraakt en wat zijn leven zo heeft bepaald: de Bijbel van Doré.

De Bijbel van Doré is een oefening in berusting. De verteller aanvaardt het leven door het onvoorwaardelijke geloof in de genade, het besef van het ondoorgrondelijke van het geschapene en het belang van vertellen. Door verhalen te vertellen kan de mens de wereld proberen te begrijpen en in het beste geval zelfs enigszins beheersen. Dat klinkt ernstig, maar Lindgren bouwt genoeg ironische afstand in om alles verteerbaar te houden. Hij is de meester van de relativerende aforismen en hij haalt enkele prima grappen uit.

‘Niets mag irrelevant of duister zijn', legt Lindgren een journalist in de mond — dat is ook het uitgangspunt van de schrijver zelf. Torgny Lindgren is een stilist die veel schrapt in de overtuiging dat hij zo dat wezenlijke kan ontsluieren.

Torgny Lindgren / De Bijbel van Doré / vertaling: Lia van Strien / De Geus / 250p / recensie 'De Bijbel van Doré' gepubliceerd in De Standaard der Letteren