In 1978
reisden vier linkse Zweden door het Democratisch Kampuchea van Pol Pot. Ze
vonden er een socialistisch paradijs vol gezonde, blije mensen, en trokken dus
langs een van de grootste massamoorden van de twintigste eeuw zonder daar ook
maar iets van te merken. De glimlach van Pol Pot, het boek dat de
Zweedse journalist en jurist Peter Fröberg Idling daarover publiceerde, werd
een behoorlijk commercieel en kritisch succes. Hij zocht een verklaring voor de
selectieve ideologische blindheid van zijn landgenoten en analyseerde ook
uitvoerig de complexe Cambodjaanse context, de rol van de Amerikanen en de
gruweldaden van de Rode Khmer.
In De fatale driehoek keert Fröberg verder terug
in de tijd en focust hij op één intense maand in de late zomer van 1955, kort
na de onafhankelijkheid van Frankrijk in november 1953 en twintig jaar voor het
begin van het Rode Khmer-regime. Nadat koning Norodom Sihanouk begin maart 1955
is afgetreden, worden er voor het eerste echte parlementsverkiezingen gehouden.
Sihanouk haalt voor de conservatieve partij een verpletterende overwinning en
wordt premier.
Heb de
boeren lief
Hoewel De fatale driehoek uitdrukkelijk een
‘fantasie’ is, dus een roman en geen journalistiek werk, zijn de drie
hoofdpersonages, die elk een deel van het verhaal dragen, historische figuren.
Sar zal later bekend worden als Pol Pot, maar is in 1955 nog een onbekende
literatuurleraar en ondergrondse marxistische revolutionair. Sary is een
minister van Sihanouk en dus een politiek tegenstander van Sar. Somaly is de
schakel tussen de twee mannen, als verloofde van Sar en maîtresse van Sary, van
wie ze na de verkiezingen zwanger wordt, om haar levensstijl te kunnen
behouden.
Sar heeft in Parijs gestudeerd en is gek van zijn beeldschone
Somaly, de dochter van prinses Ramsi, al beschouwt hij verliefdheid, en dan nog
op een ‘verwende vrouw uit de bourgeoisie’, als ‘karakterzwakke
sentimentaliteit’, want de revolutie gaat voor. Pas in de epiloog wordt zijn
identiteit geëxpliciteerd – voordien wekt hij, als underdog, enige sympathie
op, door zijn verzet tegen de heersende klasse. Hij etaleert een groot
verlangen naar vrijheid en zelfbeschikking voor zijn land, maar beseft dat twee
belangrijke voorwaarden voor echte revolutie ontbreken: een ‘politiek bewust
proletariaat’ en ‘landarbeiders die lijfeigenen zijn’. In manifesten neemt hij
het gebod op om de arbeidersklasse en de boeren ‘lief te hebben, te eren en bij
te staan’. Maar omdat zijn partij verliest, kan hij niets in de praktijk
brengen.
Ook Sary heeft, zoals zo velen uit de Cambodjaanse elite, een
verleden in Parijs, waar hij democratische principes omarmde. Maar als minister
wordt hij een machtspoliticus, die electorale opponenten gevangen zet. Sar
verwijt Sary dat hij teruggrijpt naar praktijken die ‘volstrekt vreemd zouden
zijn in de Europese democratieën die hij naar eigen zeggen zo bewondert’. Het
klinkt, met wat we nu weten, bijzonder cynisch.
Het wiel der
geschiedenis
Omdat Fröberg het verhaal in 1955 laat spelen, is De
fatale driehoek een prequel van de grote tragedie. In 1955 hebben Sar
en Sary nog hetzelfde doel: beter besturen dan de Franse koloniale heerser. In
beide gevallen ontspoort die intentie op verschrikkelijke wijze, maar dat gaat
slechts stap voor stap.
Fröberg imponeert vooral als analyticus en sfeerschepper. Als
analyticus fileert hij de complexe dynamiek in een hopeloos verdeeld land,
vooral door vanuit verschillende perspectieven te kijken. Als sfeerschepper
maakt hij de constante paranoia van de revolutionairen (geluiden die doen
verstijven, auto’s met gedoofde lichten), de machinaties, de tropische
broeierigheid van Pnomh Penh en de complexe afhankelijkheid van de vroegere
kolonisator Frankrijk bijzonder aanschouwelijk.
De hoofdstukken die Sar vertelt, zijn in de tweede persoon
geschreven. Dat relatief ongewone vertelperspectief is niet het meest
aangename, maar door Sar zichzelf te laten toespreken, geeft Fröberg het
verhaal wel iets akelig bedrukts en onafwendbaars – het eindspel: 1,7 miljoen
doden en een getraumatiseerde samenleving. Het blijft hallucinant hoe dat
banale begin, het vroege gedweep van Sar met Marx, het gegoochel met termen als
‘de nieuwe kolonisatie’ en ‘kapitalistische onderdrukking’ evolueert naar een
koppige, ontmenselijkende overtuiging dat ‘het wiel der geschiedenis rolt naar
een rechtvaardiger toekomst’, zonder dat iemand het mag laten stoppen, en
culmineert in een krankzinnige massamoord. Wie zijn lectuur graag voor zichzelf
verantwoordt, moet niet verder zoeken: De fatale driehoek bevordert
empathie, begrip en herinnering. En dat is heel wat.
Peter Fröberg Idling / De fatale driehoek / vertaling: Wendy Prins / Nieuw Amsterdam / 320p / gepubliceerd in De Standaard der Letteren, 16/08/2013