zondag 21 juni 2009

vreselijk gelukkig - erling jepsen

Dat er van de vier romans van de Deen Erling Jepsen al twee verfilmd zijn, kan bezwaarlijk verwonderlijk worden genoemd. Jepsen (1956) leeft sinds zijn debuut als radiohoorspelschrijver in 1977 van zijn pen en heeft als toneelschrijver en scenarist voor tv gewerkt. Frygtelig lykkelig, een roman uit 2004 die nu vertaald is als Vreselijk gelukkig en verfilmd als Terribly happy (zie DS 9.6.2009), is zijn derde roman, en de tweede die in het Nederlands beschikbaar is. Eerder werd ook al het prima De kunst om in koor te huilen vertaald (DSL 5.9.2008) en met succes verfilmd.

De verfilming van Terribly happy is van de hand van Jepsens landgenoot Henrik Ruben Genz en wordt het Deense antwoord op de gebroeders Coen genoemd. Evenmin verwonderlijk: Jepsen heeft net als de Coens een patent op tragikomische neo-noirverhalen en houdt van hoofdpersonages die op de ladder in de put der algehele debiliteit een stuk dichter bij de bodem staan dan u en ik.

Om terug te keren naar Vreselijk gelukkig: Robert Hansen heeft het niet helemaal getroffen. Hij lijkt op Stan Laurel en sleept als dertiger al mislukkingen als politieagent, echtgenoot, vader en zoon achter zich aan. Hansen wordt overgeplaatst van Kopenhagen naar het afgelegen dorpje Højer in Zuid-Jutland om er als dorpsagent een nieuw leven te beginnen.

'Het zou goed zijn als je eens succes had', zegt zijn moeder. Maar zijn kansen op succes krijgen een fikse knauw als de dorpelingen bij zijn aankomst zijn bijnaam ('het weekdier') al blijken te kennen. Het dorp is, achter de gevels in de stille straten, een onontwarbaar kluwen van onduidelijke machtsverhoudingen en persoonlijke agenda's. Er heerst een bijzondere logica: de dorpelingen lossen hun problemen zelf op, zonder externe autoriteiten.

De naïeve, oedipaal bezwaarde en poëzieschrijvende dromer in uniform die Hansen is, blijkt al snel te zwak om zijn hooggestemde idealen van recht en rechtvaardigheid te verwerkelijken. Wanneer hij verliefd wordt op de knappe, maar getrouwde Ingerlise zet hij een ontsporend mechanisme van eros en thanatos in gang, met een even schokkende en pijnlijke als lachwekkende ontknoping.

Sprekende kat

Jepsen zet met Vreselijk gelukkig een grote stap vooruit op zijn uitgestippelde pad: het eerherstel van de streekroman. Alle vier zijn romans gaan over Zuid-Jutland - Højer ligt vlakbij Gram, waar Jepsen en regisseur Genz vandaan komen. Met Genz, een jeugdvriend, publiceerde Jepsen vorig jaar nog zijn jeugdherinneringen over Gram.

Niet dat Jepsen streekromans schrijft zoals we die kennen. Als lucide chroniqueur van het plattelandsleven neemt hij consequent een loopje met de genreconventies. Dat doet hij in Vreselijk gelukkig nog nadrukkelijker dan in vroeger werk. Hij heeft zijn verhaal met ronduit surrealistische en groteske elementen geïnjecteerd en rijgt de memorabele scènes aan elkaar: drinkgelagen van Hansen en zijn verlamde moeder op het ritme van de voetbaluitslagen, een rolstoelstriptease, een drinkduel met de dorpscowboy, incontinentieproblemen en, net zoals in Murakami's Kafka, adviezen van een sprekende kat. Vreselijk gelukkig is een orgie van bevreemdende en onbarmhartige ontluistering.

Jepsen balanceert vaardig op het snijpunt van het hilarische, ontroerende en pijnlijke. Waar mindere goden zonder twijfel pardoes in het ravijn van het ordinaire zouden zijn getuimeld, is Jepsens aanpak fascinerend ontregelend. Hij is, net als Arnon Grunberg, een grootmeester van de tragikomedie. Hoe harder we lachen en hoe meer we onszelf moreel en intellectueel superieur voelen, hoe luider het verdoken leed van het dorp schreeuwt.

Idioten

Het platteland is bij Jepsen het decor voor de grote menselijke thema's, vergelijkbaar met de klassieke streekromans, maar dan wel met een interessante draai. De enige die nog denkt in termen van de tegenstelling tussen de verdorven stad en het zuivere platteland, is Robert Hansen. Hij vindt de streekbewoners weliswaar 'boers, maar onbedorven en goedhartig' - terwijl het onbetrouwbare, prottende polderidioten zijn met flaporen, een kromme rug en rubberlaarzen. Door de wereld buiten de deur te willen houden, hebben ze een benepen tragisch universum van huiselijk geweld, overspel, drankmisbruik en achterklap gecreëerd - net als in de grote stad.

Buiten het dorp ligt een moeras - een metaforische plaats waarin geheimen worden verzwolgen. Wat opduikt uit het moeras, wordt gewoon weer teruggeduwd. Wat ongezien en uitgesproken blijft, bestaat immers niet - daarom is de schuldvraag hoogstens secundair.

Hansen kan zich met zijn vertrouwde morele maatstaven niet redden en conformeert zich noodgedwongen aan de lokale gewoontes.

En kijk: meteen gaat alles prima in Højer. Hansen krijgt complimenten voor zijn puike werk. Hij beseft dat hij gelukkig is, vreselijk gelukkig. En het dient, met dank aan Erling Jepsen, gezegd: wij met hem. Onbehagen kan soms verrassend aantrekkelijk zijn.
Erling Jepsen / Vreselijk gelukkig / vertaling: Diederik Grit en Edith Koenders / Cossee / 240p / recensie 'Als je eens succes had' gepubliceerd in De Standaard der Letteren