maandag 31 december 2012

de profeten in de eeuwigheidsfjord - kim leine

Het leven van Kim Leine leent zich uitstekend voor een verfilming: hij is opgegroeid bij getuigen van Jehova, werd misbruikt door zijn homoseksuele vader, heeft vijftien jaar als verpleger in Groenland gewerkt en daar zijn echtgenote bedrogen met inlandse vrouwen, geworsteld met een drugsverslaving en ontdekt dat zijn grootvader een moordenaar was. Maar Leine is schrijver, dus hij heeft er twee (onvertaalde) autobiografische romans over geschreven: Kalak en Tunu .
Nadat zijn leven is verteld, heeft Leine alleen nog plaats voor fantasie. Met De profeten in de Eeuwigheidsfjord keert hij terug naar zijn geliefde Groenland, maar dan tussen 1785 en 1815 – de tijd van de Franse Revolutie. Hoofdpersonage Morten Falck studeert voor dominee in Kopenhagen en aanvaardt een weinig gegeerde betrekking in Sukkertoppen in Groenland, waar de Deense kolonisator zendelingen posteert om het ware geloof te verspreiden.
Via vooruitblikken suggereert Leine al vanaf het begin dat in Groenland niet alles is gelopen zoals gehoopt. De knappe onheilspellende openingsscène met een zelfmoord zet de toon: dominee Falck heeft zichzelf met ‘wandaden' in nesten gewerkt. Hoe en wat wordt duidelijk in de loop van het verhaal, dat in verschillende verhaallijnen en perspectieven openbloeit.

Nationalisme
Falck is geen echt sympathieke figuur, maar zijn evolutie fascineert: hij vertrekt als ambitieuze jongeman om de wereld te zien en ongelovigen te catechiseren, maar moet voortdurend opboksen tegen de omstandigheden – koude, honger, brandewijn, de seksuele moraal en de machtsstrijd op de handelspost. Die evolutie is een perfecte illustratie van het hoofdthema vanDe profeten in de Eeuwigheidsfjord : het verlies van de onschuld.
In de eerste plaats komt die er op religieus vlak. De christelijke geboden worden niet strikt nageleefd in Groenland, en zendelingen worden er hoogstens gedoogd. Daarnaast is er de aantrekkingskracht van Habakuk en Maria Magdalena, twee revolterende profeten in de Eeuwigheidsfjord, enkele dagreizen van Sukkertoppen. Habakuk preekt er de boodschappen die zijn vrouw Maria Magdalena van Jezus zelf ontvangt: vrede en verdraagzaamheid, en Groenland voor de Groenlanders. Ze worden ze te vuur en te zwaard vervolgd door de Denen. Falck twijfelt welk kamp te kiezen.
De nationalistische boodschap van de twee profeten raakt ook aan de verloren onschuld in de verhouding tussen Groenlanders en Denen. De beheerder van de handelspost wil de onuitputtelijke bodemrijkdommen van Groenland ontginnen. Vanuit een vanzelfsprekende morele superioriteit wordt die commerciële interesse gekoppeld aan een beschavingsdrang.

Ellende
Ten slotte wordt ook Falcks onschuldige denken over vrijheid gecorrumpeerd. In zijn gulzigheid naar het leven is hij geobsedeerd geraakt door een uitspraak van Jean-Jacques Rousseau: ‘De mens is vrij geboren, maar overal ligt hij in de boeien'. Falcks leven is een poging om die boeien af te gooien. Maar hoewel hij had gedacht dat vrijheid mensen opwaarts zou stimuleren, blijkt het tegendeel waar: ‘Alles streeft neerwaarts […], al het menselijke en door mensen voortgebrachte bevat een immanente afkeer jegens het licht, jegens de reinheid […]'.
Vooral in de beschrijvingen is Leine weergaloos. Onnavolgbaar plastisch laat hij de ellende van de late achttiende eeuw in Groenland tot leven komen. Uit alle zinnen walmt de smerigheid – schimmel, vocht, luizen, dysenterie, de stank van urine en gistend spek. Het levert prachtige passages op: de surrealistische poëzie van Falcks dagboek, de visioenen in zijn waanzin, de evocaties van de walvisjacht en het leven in Kopenhagen, de grote brand in Christiansborg. Leine laat de lezer niet los. De profeten in de Eeuwigheidsfjord is zorgvuldig gedocumenteerd, al is niet alles noodzakelijk gebeurd zoals Leine het heeft herschapen.
Uiteindelijk komt de rusteloze Falck na al zijn reizen toch tot zijn waarheid: ‘We hebben allemaal iets wat we ontvluchten. Maar vroeg of laat moeten we terugkeren.' Leven blijkt: je staande houden, en tot het einde vechten tegen de demonen. Toch is De profeten niet alleen maar fatalistisch. De ontroerende epiloog van deze tour de force ademt hoop.
En Groenland? De Deense gerichtheid op geldgewin in Groenland kenden we al van Peter Høegs bestseller Smilla's gevoel voor sneeuw (1992). Er lijkt weinig veranderd. Nu de ijskappen smelten, vechten multinationals over olie- en aluminiumvoorraden. Sinds 2009 is er wel meer lokale autonomie. ‘De toekomst is onzeker', schreef Leine in een krantenartikel, ‘maar nu is het tenminste onze onzekerheid.'


Kim Leine / De profeten in de Eeuwigheidsfjord / vertaling: Gerard Cruys / De Arbeiderspers / 582p / gepubliceerd in De Standaard der Letteren, 30 november 2012

het huis van de parelvisser - anne swärd

‘Pas op voor de liefde’, krijgt Lo van haar moeder te horen. Ze wordt opgevoed in de veilige cocon van een familie die ‘het duister, de kou, de werkloosheid, de muggen’ van Noord-Zweden heeft ingeruild voor ‘de vette klei en de korte winters’ van het zuiden. Wanneer rond hun huis een zware veldbrand uitbreekt, raakt de zesjarige in de koorts van de uitslaande hitte gefascineerd door de jongen die zich te dicht bij het vuur waagt: Lukas, de dertienjarige zoon van een Hongaarse immigrant. Alles wordt daarna anders.
De twee kinderen spelen vaak in het leegstaande huis van de parelvisser dat ze in het bos hebben ontdekt. Omdat ze altijd samen zijn, krijgt Lo thuis en op school problemen. Haar familie loopt niet hoog met Lukas op, want ‘je moest liefst van dezelfde soort zijn’. Hun leven is een ‘eeuwig doorgaand seizoen van warmte en niet van elkaar te onderscheiden dagen’.
Ze slapen ook samen, maar beseffen tegelijk dat dat alleen bij gratie van haar kinderlichaam onschuldig kan blijven, want Lukas wordt puber. Samen spelen ze scènes na uit de film die ze bij haar thuis hebben gevonden: A bout de souffle . Lukas speelt de rol van Jean-Paul Belmondo, Lo die van Jean Seberg.

Verlies
Anne Swärd heeft enkele dialogen uit de film van Jean-Luc Godard overgenomen in Het huis van de parelvisser . De roman lijkt op het eerste gezicht te passen in een brede traditie van Scandinavische familieverhalen over opgroeien, liefde en sterke vrouwen. Maar Swärd is doelgericht, verontrustend en vooral universeel.
Het huis van de parelvisser is doordesemd van een besef van verlies. ‘Terwijl andere moeders hun dochters waarschuwden voor verkrachters, ongewenste zwangerschappen en geslachtsziekten, hield ze me altijd voor dat ik me aan niemand moest verliezen’, zegt Lo. De wereldvisie van Lo en haar moeder kreunt onder het besef dat het paradijs verloren is. Na de kindertijd begint het: ‘banen, liefde, heimwee en een visverwerkingsbedrijf of IJsland dat lokte’, dan weer heimwee, en de dood.
Natuurlijk loopt het fout met Lo. Eerst is er een vreemde nacht in een Deens hotel op haar vijftiende verjaardag, daarna is er die ander, aan het ziekbed van Lukas’ vader. Zijn lichaam wordt door botkanker net zo ‘uitgehold als de koralen in het huis van de parelvisser’. Swärd beschrijft knap de benauwdheid, de constante vermoeidheid en de groeiende seksuele spanning bij Lukas.
Ze haalt er nog eens A bout de souffle bij: ‘Je weet wat ze zeggen – dat meisjes die met iedereen vrijen, niet willen vrijen met de enige die van hen houdt’. Lo moet weg. Ze vertrekt, verraadt Lukas, ondanks alle voornemens.

Puurheid
Lo begint aan een odyssee van mannen, en ‘verlaat ze voordat ze minder prettige kanten kunnen beginnen vertonen’. Het is de verwerkelijking van het leven dat haar moeder alleen maar kon dromen, maar Lo zoekt eigenlijk niets meer dan de puurheid van Lukas in het begin. Swärds focus op seksualiteit zet Lo’s rusteloze monomanie goed in de verf.
Swärd is een begaafd stilist. Ze beschrijft de verschroeiende zin- en doelloosheid in het leven van Lo op een bedwelmende manier. Net als het personage van Belmondo in A bout de souffle verkiest ze het niets boven het verdriet. Maar een hartverscheurende anekdote over een man en een vrouw die een leven lang vergeefs op elkaar wachten, legt bijna achteloos bloot waar het in deze roman echt over gaat: trots en gemiste kansen, verliefdheid die bitterheid wordt.
Swärd suggereert dat kunst troost kan bieden. Boeken en films brengen Lo dichter bij haar moeder, in een mix van tederheid en irritatie, terwijl net de slechte relatie met haar moeder haar jaren eerder het huis uit had gedreven. Maar het is onvoldoende om de geschiedenis een mooier slot te geven. De tijd, die ‘groeiende schuld, die niet af te betalen valt’, doet zonder verpinken zijn corrosieve werk.


Anne Swärd / Het huis van de parelvisser / vertaling: Edith Sybesma / De Geus / 317p / gepubliceerd in De Standaard der Letteren, 9 november 2012