zondag 20 december 2009

mijn vriendschap met jezus - lars husum

Wanneer de succesvolle Deense zangeres Grith Okholm en haar man Allan bij een verkeersongeval omkomen, blijven de dertienjarige Nikolaj en zijn oudere zus Sanne alleen achter: verweesd maar financieel onafhankelijk. Ze zonderen zich af en sukkelen zo in een ongezonde broer-zus-symbiose. Als hij vreest dat zijn zus hem niet graag genoeg meer ziet, besluit hij haar de stuipen op het lijf jagen om haar weer van hem te laten houden. Hij ontpopt zich - in een waas van drugs, agressie en zelfmoordpogingen - tot een kleine, veelbelovende psychopaat. Hij bereikt zijn dieptepunt wanneer hij zijn vriendin het ziekenhuis inramt. Ten einde raad pleegt Sanne, zijn beschermengel, daarna zelfmoord. Voor Nikolaj volgt een afdaling in een hel van schaamte, schuldgevoelens, angst en verdriet.

Tot zover de aanloop die Lars Husum in Mijn vriendschap met Jezus nodig heeft om tot zijn uitgangspunt te komen: wat doe je als Jezus plots opduikt in je appartement? Of beter: een gespierde langharige onbekende die zichzelf als Jezus Christus voorstelt? Nikolaj probeert hem eerst de kop in te slaan met een asbak en wil daarna, als een oudtestamentische Jakob, de worsteling aangaan - maar ook in de 21ste eeuw is Jezus veel te sterk.

Jezus wil van Nikolaj een beter mens maken en hem opnieuw leren liefhebben. Om dat plan te kunnen uitvoeren, eist Jezus een opmerkelijke omkering van enkele cruciale waarden uit de seculiere traditie: hij moet, als ongelovige, volledige overgave tonen aan de raad van Jezus, en hij moet zijn zelfstandigheid opgeven en zichzelf afhankelijk maken van zijn vrienden. Samen zetten ze daarop een herstelexpeditie op touw, om Nikolaj te laten boeten op weg naar de verlossing.

Lars Husum, een debutant uit de brede entourage van de filmregisseur Lars von Trier, heeft van deze tegendraadse en ontregelende zwarte komedie intussen al de filmrechten verkocht. Dat is niet verwonderlijk: Husum schrijft bijzonder vlot, houdt het tempo hoog en countert zijn ontluisterende realisme met absurde elementen. Het resultaat: een ongewoon boek over de kracht van de liefde, verhuld als een relaas van een 'fucking merkwaardig' leven. Niet echt diepgaand, wel onderhoudend.

Lars Husum / Mijn vriendschap met Jezus / vertaling: Kor de Vries / Nieuw Amsterdam / 304p / recensie 'Jezus is je vriend' gepubliceerd in De Standaard der Letteren

de daisy sisters - henning mankell

De Zweed Henning Mankell (1948) is in België vooral bekend voor zijn thrillers over Kurt Wallander, maar hij schrijft ook literaire romans. De Daisy sisters, een vroeg werk uit 1982, negen jaar voor zijn eerste Wallander-verhaal, wordt als zo'n literaire roman in de markt gezet, als tegengewicht voor de thrillers. Jammer genoeg wil dat vooral zeggen dat Mankell er alle spanning heeft uitgelaten.

De Daisy sisters is een 634 pagina's dikke panoramische roman over drie generaties vrouwen, van begin jaren '40 tot begin jaren '80. De Zweedse neutraliteit tijdens de Tweede Wereldoorlog, de consolidatie van de welvaartsstaat en de economische groei tijdens de jaren van de sociaaldemocraat Tage Erlander, de communistische tegenbeweging en de Koude Oorlog: die dingen vormen het decor waartegen de levens van Elna, Eivor en Linda zich ontvouwen.

Op haar zeventiende heeft Elna de wereld aan haar voeten - tot ze na een verkrachting zwanger blijkt. Ze bevalt van Eivor, en maakt meteen kennis met de grenzen aan haar vrijheid.

De Daisy sisters is te lezen als Mankells commentaar op het gezegde van George Santayana: ook wie de geschiedenis kent, is blijkbaar gedoemd om ze te herhalen. Dat is in het geval van Elna, Eivor en Linda niet het beste nieuws van de wereld; de familiekroniek is een aaneenschakeling van tienerzwangerschappen, verkrachtingen, abortussen, huiselijk geweld, ongerealiseerde verlangens en voortijdig geïmplodeerde dromen.

Schering

In het Zweden van De Daisy sisters is sociale ellende schering en inslag. Over de jaren veranderen de mores - de moderniteit sluipt binnen, de positie van de vrouw in de maatschappij verandert - en dat biedt wel nieuwe kansen, maar de problemen blijven dezelfde. De vraag dringt zich op: in hoeverre kan iemand zelf de verantwoordelijkheid voor zijn leven opnemen? Is het mogelijk de fouten van je ouders te vermijden?

De voorspelbare want zich herhalende patronen leiden niet direct tot opbeurende literatuur. Mankell schetst een interessant tijdsbeeld, met enkele veelbelovende personages, maar gaat kopje onder in een vloedgolf van treurig fatalisme en miserabilisme. De Daisy Sisters kreunt bovendien onder een gebrek aan spankracht en is gewoon te lang. Ons ontgaat de relevantie van de vertaling 27 jaar na publicatie.

Henning Mankell / De Daisy Sisters / vertaling: Edith Sybesma / De Geus / 633p / recensie 'Miserie in drievoud' gepubliceerd in De Standaard der Letteren

het wenshuis - anne b. ragde

Drie broers die mekaar al jaren niet meer hebben gezien vieren samen kerst op de familieboerderij, kort nadat hun moeder gestorven is. De oudste zoon Tor heeft de boerderij overgenomen en woont er alleen met zijn vader; de twee andere zonen zijn een ongetrouwde begrafenisondernemer en een homoseksuele etalagedesigner. Ook Tors onwettige en geheime dochter Torunn is gekomen, op uitdrukkelijke vraag van haar stervende grootmoeder. Zij is 37, dierenarts, en heeft haar vader nog nooit gezien, maar ze voelt zich voor hem verantwoordelijk.


De houding van de broers is eenvoudig: ze draaien rond alles heen- het belangrijkste ligt in de stiltes tussen de nietszeggende algemeenheden die ze uitwisselen. Als Torunn beseft hoe haar vader en grootvader leven, volledig afgezonderd van de wereld, huilt ze om hun verspilde levens. Tor is een ongenietbare zonderling. Hij komt moeilijk rond en is alleen geïnteresseerd in zijn varkens - voor hem is de moderniteit iets wat andere mensen overkomt.


Leugens en wensen


Na kerst vertrekt iedereen terug naar huis, maar de boerderij laat niemand nog los. Het is voor auteur Anne B. Ragde het vertrekpunt om, in het licht van het spanningsveld tussen moderniteit en traditie, te exploreren in welke mate mensen hun wortels kunnen loslaten. Vooral voor Tors dochter Torunn zijn er verregaande gevolgen. Kan ze het maken om terug te gaan haar leven in de stad, alsof er helemaal niets is gebeurd?


Het wenshuis is het middelste deel van een trilogie. Eerder werd het eerste deel vertaald als Het leugenhuis. Sinds Ragde in 2004 het eerste deel van haar Neshov-trilogie publiceerde, is Noorwegen in de ban van de lotgevallen van de familie. Ragde verkocht vele honderdduizenden boeken, en één miljoen mensen ging naar de verfilming kijken - niet slecht in een land met net geen vijf miljoen inwoners.


Die immense populariteit hoeft niet te verbazen, want net als het eerste deel van de trilogie draagt ook Het wenshuis het keurmerk Ragde: boeiend verteld, strak geschreven en afwisselend relativerend, grappig, ontroerend, vervreemdend en onbarmhartig. Of ze nu schrijft over de donkere geheimen van een probleemgezin of over de finesses van vitrinedesign, varkensfokkerij, hondenfluisteren en Swarovski-esthetiek, steeds blijft Ragde trouw aan de voornaamste regel van haar poëtica: romans moeten toegankelijk zijn. Het wenshuis is, binnen die krijtlijnen, echt vakwerk.


Anne B. Ragde / Het wenshuis / vertaling: Marianne Molenaar / De Geus / 319p / recensie 'Verspilde levens op de boerderij' gepubliceerd in De Standaard der Letteren

de grens - riika pulkkinen

Riika Pulkkinen is mooi, jong en intelligent. Die combinatie staat garant voor commercieel succes, en dat is in dit geval helemaal terecht: Pulkkinen wordt in Finland beschouwd als een van de grootste talenten van een nieuwe generatie schrijvers. In haar debuutroman De grens lijkt ze iets van de ziel van de Scandinavische literatuur bloot te leggen - de dood waart over alle pagina's, zelfmoord is een levensoptie, seks is bijzonder explicieten alles ademt tomeloze melancholie. Ze heeft de twee verhaallijnen over Mari en Anja bovendien geraffineerd verweven met de klassieke tragedie Antigone en alles opvallend strak en gedoseerd opgetekend.

Krassen tegen de angst

Mari is zestien. In haar eenzaamheid, en omdat het zo hoort, experimenteert ze met liefdeloze seks, maar haar passie ligt in zelfverminking. Door in haar armen te krassen, probeert ze haar angst buiten te sluiten - op haar huid tekent ze de krijtlijnen voor de hoop. Het is ook een manier om haar verlangen te verdringen- als ze snijdt, verlangt ze nergens anders naar. Tot ze verliefd wordt op haar leraar literatuur en met hem een seksuele relatie begint. Hij geeft haar de contouren die ze nodig denkt te hebben om te kunnen leven.

De man van haar tante Anja heeft alzheimer. Zijn werkelijkheid is aan scherven gevallen. Eerst verdwijnen de herinneringen - als die weg zijn, volgen de verlangens. De hare blijven bestaan, en dient ze op een andere manier te kanaliseren. Wel is er nog liefde, en heel veel mededogen - Anja ontdekt een gedenkschrift van haar man, waarin hij alles over haar documenteert om het zich niet te hoeven herinneren.

De man van Anja heeft nog één verlangen: de dood - alleen kan hij dat zelf niet meer invullen. Anja, professor gespecialiseerd in de klassieke tragedie, heeft verschillende zelfmoordpogingen achter de rug; maar ze heeft tijdig beseft dat herinneringen 'de zinvolheid van elk afzonderlijk moment' aan het licht kunnen brengen. Ook Mari beschouwt de dood als ultieme mogelijkheid.

Gevaarlijk terrein

Waar seks en dood samenkomen, loert macht om de hoek. De machtsbalans in de relatie tussen Mari en haar getrouwde leraar kan nooit in evenwicht zijn. Hij zet er zijn job en gezin voor op het spel - Mari haar zielenheil en haar leven.

In het restant van de liefdesrelatie tussen Anja en haar man gaat het om de meest extreme vorm van macht: die over leven en dood. 'Dood me en red me', smeekt haar man. Haar belofte hem te helpen voor hij zijn herinneringen verliest, maakt haar verantwoordelijk, al brengt het haar, zoals Antigone ten opzichte van Creon bij Sophokles, op gevaarlijk terrein.

Pulkkinen laat de verhaallijnen hun afloop tegemoet denderen. Dat is niet altijd even bevorderlijk voor de spanning, maar werpt wel relevante vragen op over het lot en de vrije wil van de mens. Past hier mededogen of schuldgevoel? Pulkkinen overschrijdt voortdurend de grenzen tussen genot en geweld, kunst en leven, leven en dood, en goed en fout, maar blijft triomfantelijk overeind. De vele mooie zinnen en verstilde beelden die ze produceert, maken haar tot een bijzonder beloftevolle schrijfster.

Riika Pulkkinen / De grens / vertaling: Lieven Ameel / De Arbeiderspers / 318p / recensie 'Seks, dood en macht' gepubliceerd in De Standaard der Letteren