zondag 22 juni 2014

de kamer - jonas karlsson

Het Zweedse dubbeltalent Jonas Karlsson liet zich voor De kamerinspireren door Franz Kafka. De geest van Kafka weergalmt al in de zakelijke titel, maar is vooral aanwezig in de setting. Het hoofdpersonage, Björn, is een bureaucraat bij de Instantie, een anonieme Zweedse overheidsinstelling. Hij zit daar niet uit eigen keuze, maar wel omdat zijn vroegere chef hem heeft laten overplaatsen, na problemen met collega’s. Hij wil zo snel mogelijk ‘iemand worden met wie men rekening hield’. Daartoe cultiveert hij een ‘reputatie van ambitie en hardheid’. Maar eigenlijk voert hij niet meer dan de meest betekenisloze taken uit. En niemand ziet hem graag komen.
Zijn collega’s hebben daar prima redenen voor: hij is sociaal onaangepast, vertoont dwangmatig controlerende trekjes en lijdt aan een ernstige vorm van zelfoverschatting. Echt ondraaglijk wordt het als Björn in de gang, op weg naar het toilet, een kamer ontdekt die niet op de plannen van de architect blijkt te staan. Na meting blijkt die kamer ook op theoretisch niveau niet te kunnen bestaan. Maar Björn gebruikt ze als toevluchtsoord, omdat ze een goede uitwerking op hem heeft: de kwaliteit van zijn kaderbesluiten is beter als hij ze in de kamer schrijft, en daardoor kan hij zich bij zijn chef laten opmerken. Ook zijn zelfbeeld heeft er baat bij: in de spiegel in de kamer is hij gewoon knapper.
Er is één groot probleem: niemand anders dan Björn erkent dat die kamer bestaat.
Manipulator
De anonimiteit van overheidsinstanties, de inherente zinloosheid van de bureaucratie en de vervreemding zijn typisch kafkaësk. Maar Karlsson weet dat Kafka niet de minste meetstok is om tegen te worden gehouden. Hij heeft gaandeweg zijn referentiekader opengetrokken en van die kamer het centrum gemaakt van een machtsstrijd met verschillende dimensies: tussen Björn en zijn collega’s, tussen Björn en zijn baas en tussen de collega’s en de baas. Het is ook een clash tussen schijn en werkelijkheid, tussen verschillende visies op de realiteit.
Telkens wanneer de situatie duidelijk lijkt te gaan worden, komt er een onverwachte wending. Is Björn een geslepen manipulator die de kamer gebruikt om zijn ambitie te realiseren? Is hij het slachtoffer van een samenzwering van collega’s? Moet er iets toegedekt worden? Of is Björn geestelijk ziek, en bestaat de kamer alleen in zijn waanvoorstellingen of verwrongen realiteit?
De kamer verkent een interessant gebied voorbij de rationaliteit. Karlsson morrelt aan de fundamenten van de realiteit, veroorzaakt bijna onmerkbare scheurtjes, maar echt dreigend laat hij het nooit worden. Hoogstens een beetje surrealistisch. Omdat Karlsson verder ook wegblijft van typische Kafka-thema’s als vervolging en metafysische schuld, dient hij gewoon op zijn eigen merites te worden beoordeeld.
De kamer is een knap opgebouwde novelle van een veelbelovend schrijver, met prima gedoseerde absurdistische en magisch-realistische toetsen. Alleen het einde wordt al te snel afgehaspeld, met een vlucht van Björn in de verbeelding. Dat voelt, na die doordachte en spannende opbouw, een beetje als een gemakkelijkheidsoplossing. Het zorgt ervoor dat die initiële aanval op de realiteit uiteindelijk niet meer is dan een bescheiden rebellie.
Jonas Karlsson / De kamer / vertaling: Geri de Boer / Signatuur / 152p / gepubliceerd in De Standaard der Letteren, 09/05/2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten